Kunst kijken

Kunst kijken

We kijken graag vooruit als het om genieten gaat, een uur, een dag, een week. Vooruitkijken geeft ruimte aan onze verbeelding, omdat het nog moet komen en dus nog niet bestaat. Het is een cadeautje dat nog uitgepakt moet worden. Het embryonale stadium van iets nieuws zeg maar, waarbij de verwachtingen hoog gespannen zijn en de voorstelling rimpelloos. Dit stadium duurt tot de geboorte van het fraais, het moment waarop de fantasie plaatsmaakt voor iets zintuigelijks en we met eigen ogen kunnen zien dat het… nou ja, ánders is dan we hadden verwacht. Vergelijk het met de ronkende aankondiging van een nieuwe film (hoewel de aanbeveling: ‘nog nooit vertoond!’ hier op zich onweerlegbaar is): de persoonlijke ervaring moet het haast wel afleggen tegen de verwachting. De vis van morgen smaakt niet beter dan die van gisteren. Maar hoe het ook zij, nieuwsgierigheid (‘gierig = begerig’ naar iets nieuws) is een belangrijke drijfveer om op pad te gaan: het boek van de bejubelde debutant te lezen, de met vijf sterren ­bedeelde plaat van die nieuwe band de beluisteren of te kijken naar de schaamteloos vrijpostige videokunst van het jonge kunstenaarscollectief. Om daarna vaak licht teleurgesteld – het gebodene had minder indruk gemaakt dan gehoopt – over te gaan tot de orde van de dag.

Nieuwsgierigheid naar het zien van iets ouds is minder onvoorspelbaar. Het is soms eerder een kwestie van terugzien dan vooruitkijken als er een tentoonstelling van oude kunst aan komt. Wat oud is, heeft zich al bewezen en is overgebleven van een verdwenen erfgoed. Boven oude kunst hangen de verhalen van de geschiedenis. Neem de tentoonstelling ‘Zuiderburen’ in het Haagse Mauritshuis. Het zijn in België, net als bij ons, de jaren van de ingrijpende museumverbouwingen. Het Koninklijk Museum van Schone Kunsten in Antwerpen is daardoor al sinds 2011 voor het publiek gesloten en dat blijft zo tot eind 2019. Nu zijn diverse topstukken van de Vlaamse portretten uit de periode 1400-1700 naar Den Haag gebracht. Wat een feest om oog in oog te staan met deze eeuwenoude schatten. En wat een lust om van dichtbij de virtuoze penseelvoering te kunnen bewonderen waarmee huid en haar van de fabelachtig geschilderde koppen zijn aangebracht. Er lopen twee vliegen op het schilderij ‘Zelfportret met echtgenote’ van de Meester van Frankfurt, éen zit zelfs boven op de witte kap van de vrouw van de schilder. Ik vroeg me af wat die vliegen daar deden, want middeleeuwse schilderijen zitten vol, meest religieuze, verwijzingen. Het bijschrift hielp me uit de droom. Die vliegen waren een grapje van de schilder en zo levendig mogelijk neergezet om te laten zien hoe goed hij kon schilderen. Ik moest denken aan het verhaal van de twee schilders die tegen elkaar opschepten over hun meesterschap. De ene schilder toonde als proeve van zijn kunne het stilleven van een fruitschaal met druiven die zo levensecht geschilderd waren dat je ze van het doek af leek te kunnen pakken. De andere meester was vol bewondering en wilde daarop graag iets van zijn eigen kunsten laten zien. Hij vroeg zijn collega het doek dat hij zolang achter het gordijn verborgen had te bekijken. Toen deze het gordijn wilde openschuiven bleek dat – u raadt het al – geschilderd te zijn…

In de tentoonstelling kom ik de boekhistoricus Jos van Heel tegen. Hij had gehoopt de ‘Heilige Barbara van Nicomedië’ te zien te krijgen, maar het hing er niet. Dit onvoltooid gebleven portret van de hand van Jan van Eyk was één van de schilderijen uit de nalatenschap van de Vlaamse diplomaat Florent van Ertborn, oud-burgemeester van Antwerpen. Van Ertborn werd in het begin van de negentiende eeuw door Koning Willem I aangesteld als gouverneur voor de provincie Utrecht. Het is de tijd van de Noordelijke en de Zuidelijke Nederlanden en het was diplomatiek gezien handig om Noord-Nederlanders in het zuiden te stationeren en omgekeerd. Na het begin van de Belgische opstand in 1830 die zou leiden tot de splitsing van België en Nederland, kon Van Ertborn niet als gouverneur aanblijven. Maar als orangist bleef hij trouw aan de Nederlandse koning en kon hij dus ook niet naar België terugkeren. Willem I nam hem daarom als kamerheer op in de staf van het Koninklijk Huis. Van Ertborn verhuisde naar Den Haag waar hij in 1839 overleed. Zijn prachtige verzameling middeleeuwse Vlaamse schilderijen was verdeeld over zijn huis in Antwerpen en zijn huis in Den Haag. Hij liet die na aan zijn geliefde stad Antwerpen en de collectie vormde daar de aanleiding tot het stichten van het Museum voor Schone Kunsten.

‘In Den Haag,’ vertelt Van Heel, ‘raakte Van Ertborn ­bevriend met de even verderop wonende Baron van Westreenen, de grondlegger van het boekenmuseum Meermanno’. Van Westreenen verzamelde handschriften en vroege boekdrukken. Zijn brede belangstelling betrof ondermeer het fenomeen ‘miniatuurboekje’, een eeuwenoude boekvorm die – net als de vliegen van de Meester van Frankfurt – vooral bedoeld was als proeve van bekwaamheid. De collectie miniatuurboekjes van Museum Meermanno bevat verbluffende werkstukken, zoals het Bloemhofje, gedrukt en gebonden in Middelburg in 1673. Het meet 13 x 9 mm en was tot het eind van de negentiende eeuw het kleinste gedrukte boekje ter wereld. Vandaag biedt het museum onderdak aan bijna 2300 bandjes, de meeste behorend tot de Bibliotheca Thurkowiana Minor, een prachtige houten miniatuurbibliotheek die als een reusachtige poppenkast ­permanent staat opgesteld in een zaal met uitsluitend miniatuurboekjes. Net als de portretkunst is het maken van deze ­bijzonder kleine boekjes – de buitenmaat is maximaal 3 inch (= 76,2 mm) – van alle tijden. Ook biedt het, net als het portret in de schilderkunst, de maker een uitgelezen kans zijn vakmanschap te etaleren. Toen de Stichting Handboekbinden vorig jaar een wedstrijd ‘miniatuurboekjes binden’ uitschreef, leidde de grote internationale belangstelling tot ruim 150 inzendingen van verrassend hoog niveau. Al die boekjes zijn dit najaar in Museum Meermanno tentoongesteld.

Mauritshuis, Den Haag
‘Zuiderburen. Portretten uit Vlaanderen 1400-1700’
t/m 14 januari 2018. Dagelijks geopend (www.mauritshuis.nl)
‘Heilige Barbara van Nicomedië’ zie: collectie.kmska.be

Museum Meermanno | Huis van het boek, Den Haag
‘Xtra small. Miniatuurboekjes in Museum Meermanno’
t/m 7 januari 2018. Geopend dinsdag t/m zondag
(www.meermanno.nl)

(fotobijschriften:)
Meester van Frankfurt, Zelfportret met echtgenote (1496)
C. van Lange, Bloemhofje, Middelburg (1673)
Getijdenboekje, Zuidelijke Nederlanden (ca 1460-1480)
Een greep uit de tentoongestelde miniatuurboekjes (2017)

Tekst Huug Schipper